Komend voorjaar wordt een groot deel van de Kunsthal Rotterdam omgebouwd tot een waarachtig 'Museum voor Erotische Kunst'. Aan de hand van meer dan vijfhonderd werken op papier uit de periode 1565 - 1965 wordt een uitgebreid overzicht geboden van de geschiedenis van de erotische kunst in Europa.
Hieronder bevinden zich werken van gerenommeerde kunstenaars als Carracci, Rembrandt, Rodin, Grosz, Picasso, Munch en Klimt. In de tentoonstelling 'Lust voor het oog', worden subtiele interpretaties van erotiek en seksualiteit afgewisseld met overdreven weergaves hiervan, die dikwijls bijzonder brutaal en lachwekkend zijn. Deze laatstgenoemde werken kan men, hoewel ze vakkundig en met aandacht voor details zijn vervaardigd, beschouwen als de voorlopers van de hedendaagse pornografie.
De Duitse kunsthistoricus Ed Fuchs heeft in zijn standaardwerk 'Geschichte der Erotischen Kunst', (1908) reeds deze tweedeling aangemerkt. Hij rangschikte de erotische kunst in de hoofdstukken 'Das erotische Element in der ernsten Kunst' en 'Das erotische element in der Karikatur'.
Met befaamde kunstenaars als Dix, Rops, LaFage en vele anderen
Beide stromingen worden in de Kunsthal Rotterdam vertegenwoordigd door meer dan vijfenzeventig kunstenaars. In het 'serieuze artistieke' gedeelte kan de bezoeker, naast werk van de reeds genoemden, ook het werk van andere befaamde kunstenaars als Raymond LaFage, Lovis Corinth, Egon Schiele, Otto Dix, Felicien Rops, Max Ernst, Jean Cocteau, Hans Bellmer, Aat Veldhoen en David Hockney bezichtigen.
Het karikaturale, pornografische deel bestaat uit werk van talrijke anonieme kunstenaars uit de 17e, 18e en 19e eeuw, als wel uit tekeningen van relatief onbekende kunstenaars die zich bijna uitsluitend op de verbeelding van erotiek en seks hebben toegelegd, als Franz von Bayros, Georges Kars, Marcel Vertès, Rojan en Jules Pascin.
Publicatie
Lust voor het Oog, Vierhonderd jaar erotische kunst
