Hun zoektocht begon in 1993 in Duitsland en voerde hen verder naar Polen, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, de Benelux en Frankrijk. Een fotodocumentatie van deze zoektocht is van 1 juli tot en met 9 september te zien in de Kunsthal Rotterdam.
"Wonden van de herinnering" heet dit Europese project. Op symbolische plekken in de genoemde landen bedekten ze sporen van het oorlogsgeweld, zoals kogelgaten in gebouwen en granaatinslagen in bomen, met zestien eenvoudige glasplaten. Op de platen staat slechts de tekst "Wonden van de herinnering' in de taal van het betreffende land. De beschadigde plekken worden op deze manier beschermd tegen renovatie en kunnen nog lange tijd dienen als gedenktekens voor de Tweede Wereldoorlog.
In Rotterdam kwamen twee plekken in aanmerking voor het project. In het Witte Huis, een verzetsbolwerk dat de oorlog op wonderbaarlijke wijze overleefde, zijn duidelijk sporen van granaatinslagen terug te vinden. Uiteindelijk kozen de kunstenaars echter toch voor het bruggenhoofd van de voormalige Willemsbrug langs de Maaskade. Over deze brug marcheerden in 1940 de Duitsers de stad binnen. Het bruggenhoofd is als monument gehandhaafd.
Andere plaatsen waar de kunstenaars hun gedenkplaten aanbrachten zijn Avignon, Echternach, Antwerpen, Praag en het Luxemburgse Diekirch.
Publicatie
Beate Passow und Andreas von Weizsäcker, Wunden der Erinnerung, ISBN 3-928342-43-6
