Tot in de twintiger jaren bleef de cultuur op Bali puur en niet vermengd met invloeden van buitenaf. In de sterk traditioneel georiënteerde Balinese cultuur werd het gebruik en de functie van kunstvoorwerpen hoger gewaardeerd dan de naam van de kunstenaar. Vanaf 1928 ontstond vanuit deze eeuwenoude traditie een nieuwe kunstvorm. Door toedoen van Westerse kunstenaars als Walter Spies (1895 - 1942) en Rudolf Bonnet (1895 - 1978) werden kunstenaars op Bali aangezet om met door hen verstrekte materialen kunst te maken. Voor het eerst werkten de zeer vaardige Balinese kunstenaars niet langer aan puur toegepaste kunst, maar legden zij zich nu ook toe op vrije kunst, los van een specifieke opdrachtsituatie. De Kunsthal legt in deze presentatie de nadruk op het artistieke gehalte van de voorwerpen, de etnografische en antropologische betekenis is hieraan ondergeschikt.
