De archeologische opgravingen vertellen verhalen over de levenswijze van de mensen die vroeger woonden in wat nu de Betuweroute is. Hiermee wordt zichtbaar hoe de vroegere bewoners van Midden-Nederland in de Steentijd tot en met de Middeleeuwen leefden. Het onderzoek leverde verrassende vondsten op, zoals het oudste begraven skelet ('Trijntje', 7500 jaar oud) dat ooit in Nederland is gevonden en de op één na oudste kano (7000 jaar oud) die ooit in Europa, helemaal gaaf, is opgegraven.
Peddels en luxe artikelen
Het archeologisch onderzoek in de Betuweroute begon in 1994 en het veldwerk werd begin 2000 afgerond. In de gemeente Hardinxveld-Giessendam werden twee kampen opgegraven waar mensen hebben gewoond. De onderzoekers vonden pijlpunten, onderdelen van bogen, kano's, peddels en aardewerk en graven met skeletten van mensen en dieren. Deze vondsten geven aanwijzingen over de manier waarop mensen woonden en aan hun voedsel kwamen door jagen, vissen en het verzamelen van vruchten. In de gemeente Geldermalsen werden vele nederzettingen aangetroffen uit de Bronstijd. De mensen leefden daar een boerenbestaan. Boerennederzettingen uit de Middeleeuwen werden in de gemeente Buren opgegraven. De IJzertijd en de Romeinse Tijd kwamen naar boven in Kesteren en Graafstroom. In Kesteren duidden menselijke sporen op een nederzetting waar de mensen, naast hun eigen inheemse gebruiksvoorwerpen, veel luxe spullen hadden overgenomen van de Romeinen uit de legerkampen in de omgeving. De 22 onderzoekslocaties leverden vele tienduizenden voorwerpen op uit vijf historische perioden. Een selectie van maar liefst 400 objecten is in de tentoonstelling in de Kunsthal te zien. Eén van de hoogtepunten is de totaalreconstructie van 'Trijntje'.
