De tentoonstelling laat zien hoe de presentatie van het koud buffet een eeuw geleden bijzonder culinair design heeft voortgebracht. Samen met recepten en illustraties van gerechten wordt een inkijkje gegeven in de verfijnde kookcultuur van weleer.
Koud buffet
Een klassieker in de gastronomie en een uitdaging voor iedere chef-kok is het koud buffet. De presentatie van ieder afzonderlijk gerecht moet buffetgasten doen watertanden. Aan het eind van de achttiende eeuw is het eten bij gebrek aan vers groente en fruit na bereiding vaak kleur- en vormloos. Om het eten aantrekkelijk te maken wordt het daarom opgediend in bijzondere vormen in gelei, de schijnbaar magische stof die gerechten laat glimmen en dansen op tafel. Er ontstaat een scala aan gelei- en puddingvormen om koude gerechten zoals patrijzengelei en bavarois met viooltjes bijzonder te presenteren. De taarten, aspic en puddingen, in alle denkbare vormen en kleuren, bevorderen zo niet alleen de consumptie, maar zijn bovendien een fantasievolle tafelaankleding.

Vormenrijkdom
De kookcultuur aan het hof verlangt strikt genomen voor elk gerecht een andere vorm: de vis in een visvorm, de schaaldieren in een schelpenvorm en zoete gerechten in vruchtenvormen. Niettemin komen ook gewaagdere bakvormen in omloop. De ijzeren en koperen bakblikken krijgen spannende welvingen, geometrische silhouetten en kubistische vormen en roepen daarmee verrassende architectonische associaties op. Piramides, tempels en kathedralen zijn herkenbaar, maar ook specifieke gebouwen als het Romaanse Castel del Monte in Italië en de Mexicaanse Chichen Itza tempel. Architectuur en koken komen in de tentoonstelling samen en onthullen de esthetische vormgeving van de gebruiksvoorwerpen.
